Een Sinterklaasverhaal
Het is november. Joris gelooft al een paar jaar niet meer in Sinterklaas. Andere kinderen hebben ’t hem verteld en thuis moesten ze het beamen. “Ja, we hebben erover gelogen, dat doen alle ouders in Nederland.” Dat vindt hij jammer. Toch is Joris er, sinds de eerste pepernoten in de winkels liggen, weer behoedzaam mee bezig. Zijn zus Sylvia vindt het allemaal maar flauwekul, maar de rest van de familie probeert hij stap voor stap te overtuigen om dit jaar opnieuw aan Sinterklaas te doen.
“Er is Sinterklaasjournaal.” “Op school doen we een dobbelspel met Sinterklaascadeautjes…” “Ga je pepernoten kopen?” “Mam mag ik een keer mijn schoentje zetten?” Joris laat het onderwerp niet los. “Goed”, zegt zijn moeder, “van dat schoentje zien we nog, maar pepernoten wil ik wel samen met je bakken.” Sinterklaas is dan misschien uit het hoofd, maar zeker niet uit het hart.
De pietenkwestie laat Joris ook niet los. Stel je voor dat er in de toekomst alleen nog maar witte Pieten zijn, dan voelen de zwarte Pieten zich wéér gediscrimineerd omdat ze niet meedoen. “Gelukkig zijn er bij ons nog zwarte Pieten.”
Vervolgens worden zijn vader, oma en opa opgepord. Er moeten lootjes worden getrokken. Geen één, maar twee lootjes. Voor twee surprises en iedereen krijgt een gedicht. “Je zet ons allemaal wel aan het werk”, zegt Sylvia lachend. Blijkbaar vindt ze het stiekem best leuk.
De komende weken wordt er zoals in vele huizen, gerommeld en gestommeld op de zolders. Niet door Pieten, maar door de hulppieten. Al die ongelovige jongens en meisjes, ouders en grootouders die druk in de weer zijn met de Sinterklaas voorbereidingen.
Plakband, karton en inpakpapier zijn niet aan te slepen. Joris’ slaapkamer is inmiddels verboden terrein en zo zijn er nog een aantal plekken ontstaan, waar nu een waarschuwing voor geldt: “Daar niet komen!” Of er moet iets – mopperend en wel - opnieuw worden verstopt.
Gelukkig heeft volgens de lokale krant de plaatselijke Sint zijn staf ook weer gevonden en zo staat alles in het teken van de Sint, die goede oude baas en zijn Pieten. Grappen en grollen, serieuze en belerende opmerkingen kunnen nu worden verwerkt in bijzondere cadeaus en dichtwerken. “Heb je nog wat dozen?” Niemand mag het weten, maar Joris maakt een enorme zaag. “Mag ik deze nagellak gebruiken?” Bij Sylvia weet je ’t niet precies. Die tovert waarschijnlijk plotseling iets uit een hoge hoed. In het hele huis is het gemompel van rijmwoorden te horen.
Eindelijk is het dan zover! De chocolademelk, pepernoten en taaitaai staan klaar. De CD met Sinterklaasliedjes staat aan en iedereen is vol verwachting. Er wordt op de deur gebonkt, wie zal dat zijn …? Het is opa met een grote juten zak.
Wat is het toch fijn om elkaar blij te maken. En Joris? Die zet na het Sinterklaasfeest zijn nieuwe schatten naast zijn bed en zingt nog een liedje voor Sinterklaas. “Dank u Sinterklaasje …”
In feite staat Sinterklaas symbool voor dienstbaarheid en de zwarte Pieten voor hulpvaardigheid. Sinterklaas is de leraar en de Pieten zijn leerlingen.
Zoek je een leuk Sinterklaascadeau? Dan is Het Verhalenpaleis, Oude verhalen en hun betekenis een geschikt geschenk voor zowel jong als oud. Een boek met eeuwenoude volksverhalen, een inspirerende uitleg en prachtige plaatjes. Het Verhalenpaleis heeft een prettige schrijfstijl. Bovendien is leuk om uit dit boek aan kinderen voor te lezen. Meer informatie: www.saskiarosdorff.nl
____________________________
Het Verhalenpaleis is als papieren boek (ISBN 978-90-825060-0-6) en e-book (ISBN 978-90-825060-1-3) te bestellen via o.a. deze site en Boekenbestellen.nl
@ Saskia Rosdorff